Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

    • Dat heet triage. Ze doet het om een juiste inschatting te maken van welke zorg er voor u op welk moment nodig is. Ze heeft hier een speciale opleiding voor gevolgd en als huisarts kan je niet zonder! Behalve voor triage is het ook een manier voor de huisarts om zich voor te kunnen bereiden op uw komst. De voorbereiding is beter als bekend is waar u voor komt.

    • Een consult duurt 10 minuten. In die 10 minuten moet ‘alles’ gebeuren. U doet uw verhaal, uw huisarts onderzoekt u indien nodig, bedenkt wat er met u aan de hand is en wat hij of u er aan kan doen. Vervolgens krijgt u de uitleg en soms nog een verwijsbrief of recept. Na uw vertrek voert de huisarts alles in in de computer. U zult begrijpen dat het al een kunst is dit in 10 minuten voor elkaar te krijgen. Als u dan ook meerdere klachten wilt bespreken kan dat niet zonder uit te lopen en een langere wachttijd te veroorzaken. Dit willen we voorkomen.

    • U zult merken dat het steeds drukker is in de praktijk. U moet vaker een aantal dagen, soms zelfs een week wachten voor u kan komen als het een niet-spoedeisende klacht is. Dit is natuurlijk erg vervelend. Zowel voor u als patiënt, als voor ons als assistente en huisarts.

      Het streven is om de wachttijd niet langer te laten zijn dan 1-2 dagen. De reden dat dit niet altijd lukt is de grote wisseling in drukte (zorgvraag) en de toegenomen hulpvragen in de praktijk. Veel chronische zorg wordt vanuit de ziekenhuizen overgeheveld naar de huisarts (bijvoorbeeld diabetes, hart- en vaatziekten). De huisarts heeft steeds meer personeel in de praktijk werken dat hij ook aan moet sturen.

      Natuurlijk een enorm mooie vooruitgang in de zorg in Nederland, maar niet direct makkelijk uit te voeren op praktijkniveau. We horen u denken, zet er dan gewoon een achtste arts bij! Maar de financiering van de gezondheidszorg zit zo in elkaar dat er niet automatisch meer geld beschikbaar komt als het drukker wordt.

    • Dit komt omdat zorgverzekeraars de apotheken verplichten een bepaald merk van het medicijn af te leveren. De zorgverzekeraars bepalen zelf voor hun verzekerden welk merk door hen vergoed wordt en welke niet. Daar heeft de apotheek of huisarts geen enkele invloed op. Het voorkeurmerk van de zorgverzekeraar geldt vaak voor een beperkte periode, meestal tussen de 3 en 12 maanden. Het kan dus zelfs vaker veranderen. Zorgverzekeraars proberen namelijk elke keer de goedkoopste medicijnen in te kopen. U zult, als u dan toch uw oude merk pillen wilt, dit zelf moeten betalen. We kunnen u vertellen dat zowel wij huisartsen als uw apotheker dit erg vervelend vinden en er op landelijk niveau onze zorgen over uiten.

    • Nabestaanden hebben geen recht om het dossier van een overleden familielid in te zien (u mag alleen uw eigen dossier inzien). Toch kunt u na het overlijden van een familielid met vragen blijven zitten en graag het een en ander willen uitzoeken. Dan kunt u contact opnemen met de huisarts. Bespreek uw vragen met hem of haar. Vaak levert een gesprek waarin overwegingen worden toegelicht meer op dan inzage in het dossier.

    • Uw zorgverzekeraar vergoedt altijd uw bezoek aan de huisarts. Huisartsenzorg zit in het basispakket. Er geldt geen eigen risico voor. Dit geldt ook voor huisartsenzorg verleend door doktersassistenten en praktijkondersteuners GGZ en voor chronische zorg. Er hoeft voor deze zorg dus geen eigen bijdrage te worden betaald.

      Wel kunnen er kosten verbonden zijn aan de medicijnen die de huisarts u voorschrijft of de behandeling waar hij/zij u voor doorverwijst. Het kan dus zijn dat u moet (bij-)betalen voor:

      1. de medicijnen die de huisarts u voorschrijft

      2. de behandeling door een medisch specialist, fysiotherapeut, psycholoog of andere zorgverlener waar de huisarts u naar verwijst

      3. laboratorium- of röntgenonderzoek dat de huisarts u voorschrijft.

      Als de huisarts medicijnen voorschrijft of u doorverwijst, krijgt u bijna altijd te maken met het eigen risico. Dat betekent dat u de kosten zelf betaalt tot aan het maximum van uw eigen risico. Of de kosten boven het eigen risico wel, niet of gedeeltelijk vergoed worden, hangt ook af van uw zorgpolis.

    • U vangt dan urine op een in schoon potje om op de praktijk te laten onderzoeken. Tot u naar de praktijk gaat bewaart u het in de koelkast. U levert het bij voorkeur voor 10.00 uur in bij de balie zodat wij de tijd hebben het te onderzoeken, te laten beoordelen door de arts en zo nodig medicatie voor te schrijven en de apotheek tijd heeft dit klaar te leggen.

    • Tegenwoordig weten we dat bij gezonde vrouwen een blaasontsteking meestal vanzelf over gaat. We wachten daarom het liefst met het voorschrijven van medicatie. Dat kan u natuurlijk zelf ook doen door pas na een dag of drie bij aanhoudende klachten uw urine langs te brengen. Mocht u niet gezond zijn (denk bijvoorbeeld aan een afwijking aan uw nieren, of diabetes) of u heeft koorts of veel buik- of flankpijn, dan wacht u natuurlijk niet met urine brengen.